Tips & tricks voor de implementatie van Mobility Mentoring®

Waarmee moet je als organisatie rekening houden als je Mobility Mentoring® implementeert? Welke kansen en dilemma’s zien we bij gemeenten en andere organisaties die reeds Mobility Mentoring® informed werken? Wat kunnen we leren van hun ervaringen? Tijdens de leerkringsessie over de implementatie van Mobility Mentoring® kwamen deze vragen van het netwerk aan bod. Silke van Alphen werkte voorheen als projectleider bij de gemeente Rotterdam en is nu projectleider in het Mobility Mentoring® team. Zij deelde haar ervaringen bij de gemeente Rotterdam. Ook de andere leden van het netwerk brachten hun kennis en vraagstukken in. Lees in dit artikel hun gebundelde tips & tricks.

  • Zet in op gesprekstechnieken. Om de instrumenten van Mobility Mentoring® op een juiste wijze in te zetten, is beheersing van goede gesprekstechnieken van belang. Laat professionals bijvoorbeeld jaarlijks een opfriscursus met focus op gesprekstechnieken volgen.
  • Heb aandacht voor het trainen van de executieve functies. Creëer bewustwording bij professionals en inwoners dat zij door inzet van de Brug naar Zelfredzaamheid® en de doelactieplannen inzicht krijgen in de executieve functies. Én dat deze functies door gebruik van de instrumenten dus al worden getraind. Gemeente Rotterdam ontwikkelde een multomap voor de inwoners, waarmee zij leren ordenen. Hiermee gaven ze inwoners een tool om te helpen bij het ontwikkelen van executieve vaardigheden.
  • Stel deelprojectleiders aan en zet werkgroepen met diverse thema’s op. Vraag wie van de medewerkers het leuk vindt om mee te denken. Bijvoorbeeld over het verbeteren of herkennen van executieve functies of het inzetten van beloningen bij inwoners. Als professionals meedenken over de implementatie van deze onderwerpen, wordt de implementatie breder gedragen.
  • Creëer een veilige werkomgeving. Om uit te vinden wat wel en niet werkt, is het van belang dat medewerkers ruimte voelen en kunnen nemen om te experimenteren en fouten te maken. Het hoeft niet allemaal in één keer goed, gun de professionals de tijd om de aanpak in de vingers te krijgen en te leren. Idealiter uiten professionals hun zorgen.
  • Bied vrijheid binnen kaders. Professionals hebben zowel vrijheid als kaders nodig, ze willen weten waar zij aan toe zijn. Binnen de kaders dienen zij vrijheid te krijgen om te doen wat het beste is. Maak bijvoorbeeld duidelijk hoe de participatiewet werkt en wat binnen die wet mogelijk is.
  • Wees als projectleider bewust van de veranderingen voor de professionals. Wat gaan zij leren, wat zijn de plannen van de organisatie? Hierbij is het passend dat de projectleider ook precies weet wat Mobility Mentoring® inhoudt. Belangrijk is dat de projectleiders ook zelf de training volgen. De introductiebijeenkomsten van het Mobility Mentoring® Netwerk zijn ook een uitgelezen kans om meer te weten te komen. Bekijk de agenda. Meer achtergrond staat in de publicatie Mobility Mentoring®. Ieder hoofdstuk kunnen professionals en projectleiders bijvoorbeeld gezamenlijk bespreken.
  • Gebruik elkaars expertise om beter te worden. Gedragsdeskundigen kunnen een rol spelen in het leiden van de intervisie. Zorg ervoor dat deze gedragsdeskundigen ook later in het proces oproepbaar zijn. Als professionals elkaar bevragen en Sturing op Zelfsturing met elkaar oefenen, is er ook sprake van ondersteuning.
  • Heb oog voor de professionals. Doorgaans lopen er meerdere pilots binnen de organisatie waar medewerkers aan werken. Wat is gedaan met de uitkomsten van eerdere pilots, is dit de zoveelste pilot? Tevens is het raadzaam om te zorgen voor pilotdeelname van minimaal drie professionals. Op die manier vinden zij ondersteuning bij elkaar en een plek om hun ei kwijt te kunnen. Daarnaast is het belangrijk de coaches ook te coachen.
  • Wees bewust van mogelijke tegenstrijdigheden in de rol van professionals. Moet de professional handhaven en controleren, misschien wel een maatregel opleggen? En moeten zij tegelijkertijd duurzame veranderingen teweegbrengen? Wees bewust van mogelijke tegenstrijdigheden en denk na hoe dit in de praktijk uitwerkt.
  • Mobility Mentoring® werkt het beste met een lage caseload. In veel gevallen is dit lastig te realiseren, maar wees er van bewust dat de resultaten minder positief kunnen zijn bij een hoge caseload. Een ideale caseload is 20 waarin professionals volledig coachen volgens de Mobility Mentoring®-aanpak.
  • Heb aandacht voor de nazorg. Wanneer eindigt het traject van de inwoner? En rekent het management de professionals af op deze einddatum of kan de dienstverlening worden doorgezet na deze einddatum? En bestaat de kans dat deze einddatum ervoor zorgt dat een case (te) snel wordt afgesloten? Is er geld en tijd voor nazorg? Denk na over deze vragen, want de dienstverlening stopt niet na het traject.
  • Maak registratie nuttig voor professional en inwoner. Zorg voor een concrete terugkoppeling van de registratie, wat is gedaan met de resultaten? Waarom registreren we? Wat leren we hiervan? Deze kennis brengt zowel de professional, als de inwoner verder.

Meer tips met betrekking tot de implementatie van Mobility Mentoring® vind je op https://mobilitymentoring.nl/verdieping/. Zo helpt het Implementatiehandboek Mobility Mentoring® bij het vormgeven van een gedegen implementatieproces. Of bezoek het discussieforum. Hier kunnen leden met elkaar in contact treden en hulp bij elkaar vragen.


Word lid
Het implementatiehandboek is alleen beschikbaar voor leden van het Nederlandse Mobility Mentoring® Netwerk. Wil jij ook verkennen of de Mobility Mentoring® aanpak interessant is voor jouw organisatie? Word dan lid! Deelname aan het netwerk kan op basis van lidmaatschap. Je start in niveau 1. Als jouw organisatie een implementatieplan heeft dat voldoet aan onze voorwaarden, kun je doorstromen naar niveau 2.

Lees meer over ons aanbod.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

*

*