In 2019 startte de gemeente Arnhem met een pilot in de wijk Geitenkamp. De managers van de wijkteams stelde twee HBO-geschoolde en ervaren coaches aan. Zij werden getraind in de Mobility Mentoring®-aanpak en het gedachtegoed. Daarmee hielpen zij gedurende ruim een jaar gezinnen waarin jonge kinderen opgroeien en waar problematische schulden zijn of sprake is van langdurige (vier jaar of langer) armoede. Studenten van de SPH in Arnhem evalueerden de pilot om inzicht te verkrijgen in het ervaren effect van de coaching Mobility Mentoring®-aanpak op de inwoners. Hun conclusie: de deelnemers waren positief, kregen meer eigenwaarde en vertrouwen en maakten stapjes op alle leefgebieden.
“Stressverlaging van ouders heeft ook effect op de kinderen”
Marijke de Jong van Stichting Rijnstad was projectleider van de pilot en werkt zelf ook als coach. We spraken haar over de evaluatie en haar persoonlijke ervaringen. “Bij veel gezinnen zie je dat ze helemaal geen vertrouwen meer hebben in systemen en de hulpverlening. Wat heb jij dan nu te bieden? Ik begin dan ook met veel vragen stellen, over hun leefsituatie. En ik ga bij mensen op bezoek, ik wil een band opbouwen, hun motivatie vinden. Het voordeel van deze aanpak is dat deelnemers tegelijkertijd hun eigen regie behouden en zelf ontdekken wat werkt voor hen. Dat zorgt uiteindelijk voor zelfredzaamheid. Maar ik zie ook hun houding veranderen. Ik merk het bijvoorbeeld op de Whatsapp. In het begin zijn die berichtjes heel heftig. Veel stress. Op den duur zie je dat minder en rustiger worden. Stressverlaging van ouders heeft bovendien effect op de kinderen, zagen we.”
Marijke de Jong in Geitenkamp met de Inspiratie-Award (lees hier het juryrapport)
“Het gaat ook om gezien en bekrachtigd worden”
De coaches ervaren ook dat er op alle levensgebieden vooruitgang wordt geboekt. Waarvan het meest op de gebieden werk en financiën en het minst op wonen. “Soms zijn dat maar kleine stapjes, maar ook die zijn heel waardevol. Dat probeer ik de deelnemers ook te laten zien. Het gaat ook om gezien, erkend en bekrachtigd worden. Veel van de deelnemers hebben, naast weinig vertrouwen, ook weinig gevoel van eigenwaarde. Dat zagen we gedurende het traject ook groeien bij veel deelnemers, waardoor ze hun kleine leefgebied weer durfden te vergroten. Weer contact met de buren, kinderen op halen en meedoen in de wijk.”
“Samen wisten we collega’s en partners te informeren, inspireren en motiveren”
Als ambassadeur van de aanpak wist Marijke ook collega’s te enthousiasmeren. Ze benadrukt wel dat dit niet mogelijk was zonder goede back-up vanuit de gemeente. “Mij opdrachtgevers waren ook gedreven aanjagers van deze pilot en het stress-sensitief werken in het algemeen. Vanuit alle kanten probeerden we met elkaar collega’s vanuit gemeente en andere netwerkpartners te informeren, inspireren en motiveren. Bijvoorbeeld met deze animatie. Denk aan de wijkteams, collega’s bij W&I, sociaal raadslieden, Rijnstad. En we vertelden over onze aanpak in de wijkcentra. Die verbinding en contacten zijn noodzakelijk als je echt integraal aan deze opgaven wil werken. Blijf dus ook in gesprek gaan met elkaar: voor wie doen we dit? Zet die mensen centraal en bekijk dan: hoe kunnen we dat dan samen doen en wat is er nodig? Dat is een wisselwerking. Je kan het niet alleen.”
“Blijf de inwoner centraal zetten”
Wat volgens Marijke goed werkte binnen de pilot was de ruimte om te pionieren. “En spreek dat ook af met elkaar. Neem de tijd om te ontdekken, contacten te leggen, te delen en samen te bouwen aan een duurzame aanpak. Zorg ervoor dat je blijft leren. Ook intervisie en gesprekken met andere coaches is daarvoor van belang. En verder is het noodzakelijk om de tijd te krijgen. Dus niet een te grote caseload. Zodat je ook ruimte hebt om zelf invulling te geven aan de begeleiding en maatwerk te kunnen bieden. En de inwoner altijd centraal houdt.”
Han van Burken & John Wijnbergen