De succesformule van Droommoeders: écht tijd en aandacht geven

Hoe help je jonge, werkloze en alleenstaande moeders zonder opleiding en met schulden? In Maastricht kunnen zij meedoen aan Droommoeders, een intensief, tweejarig coachingstraject gericht op zelfredzaamheid, zelfzorg en bewuste opvoeding. De Droomfabriek baseerde Droommoeders op de Mobility Mentoring®-aanpak. Op het Mobility Mentoring® Congres in Ede vertelden de droommakers over hun aanpak.

“Een betere kwaliteit van leven voor jonge moeders en hun kinderen én het doorbreken van de intergenerationele problematiek. Dat is het doel van Droommoeders”, vertelt projectleider Mardoeka Christensen in Ede. “In mei 2017 zijn wij begonnen met het coachen van de eerste groep moeders. Zij volgen een traject van twee jaar. Daarin ontdekken zij hun interesses en talenten en werken ze aan hun executieve functies en copingstrategieën. Ze volgen daarvoor individuele en groepssessies en krijgen hulp van een budgetcoach en een individuele coach. Het is een enorm intensief traject, maar we zien dat het werkt: veruit de meeste moeders zijn na twee jaar veel krachtiger en ze zijn zelfredzaam. Inmiddels coachen we ook een tweede groep.”

De aanpak in Droommoeders is gebaseerd op de Mobility Mentoring®-aanpak. “Want zo werkt het gewoon: als je heel weinig te besteden en zelfs schulden hebt, belemmert dat je executieve functies”, zegt Christensen. “Denken aan een betere woning of opleiding lukt dan niet. Daarom nemen wij de schulden over van de moeders. Als je die stress wegneemt, kunnen zij aan zichzelf werken en ander gedrag aanleren. Daarbij is écht tijd en aandacht bieden onze succesformule.”

De coachingcyclus

Het Droommoederstraject start met een motivatiebrief, legt Christensen uit in Ede. “Elke moeder moet op papier zetten waarom ze wil meedoen aan dit traject. We willen namelijk dat de moeders echt gemotiveerd zijn en willen werken aan een betere toekomst voor zichzelf en voor hun kinderen.” Daarna volgt de individuele coaching. “In de eerste drie maanden doen we een analyse: wie ben je? Welke schulden heb je? Welke kernkwaliteiten heb je? We introduceren de Brug naar Zelfredzaamheid® en doen een sociogram om te kijken hoe de sociale omgeving eruitziet. Met een genogram brengen we ook de familie in kaart. Het doel is om te achterhalen welke instrumenten wij moeten inzetten, maar het geeft de moeder ook inzicht.”

Samen met de moeder wordt bepaald waar ze aan het eind van de twee jaar wil staan en wordt een Doel-Actieplan opgesteld. Vervolgens wordt in deelstappen gewerkt aan het realiseren van de ambities. “Elke week spreken de moeders af met een individuele coach, die ze ook tussendoor altijd kunnen bellen”, aldus de projectleider. “En na drie maanden start ook de groepscoaching. Ze krijgen dan dramatherapie om te leren ander gedrag in te zetten. Daarnaast volgt de groep verschillende trainingen, zoals budgettraining of jezelf presenteren. Dat is afhankelijk van de wensen. Ook organiseren we culturele activiteiten om hun leefwereld te verbreden. We bezoeken bijvoorbeeld een museum of universiteitslezing, of laten ze hun eigen levensverhaal schrijven of vloggen.”

Brug naar Zelfredzaamheid® als eindmeting

Elke zes maanden wordt de Brug naar Zelfredzaamheid® erbij gehaald. “We hebben wel een pijler toegevoegd om de kinderen mee te nemen in het proces”, zegt Christensen. “De kracht van de brug is dat je samenhang gaat zien. Het biedt overzicht en maakt het behapbaar. Moeders zien waarop ze zich kunnen focussen en voelen zich niet overdonderd.”

De brug vormt ook de eindmeting na het tweejarig traject. “We zagen bij de eerste groep dat de helft hoger uitkwam per pijler, maar dat zegt natuurlijk niet alles”, vertelt Christensen. “Het blijft een momentopname en harde, meetbare resultaten blijven lastig. Op één moeder na, zijn alle moeders zelfredzaam uit het traject gekomen. Daarna komen ze na een halfjaar en daarna na een jaar weer terug bij ons om te kijken hoe het gaat. Ondertussen weten de moeders de weg naar de instanties te vinden. Voor ons was het, vooral in het begin, lastig om gegevens uit te wisselen met die andere instanties, zoals jeugdzorg en de sociale dienst. We liepen tegen de grenzen van organisaties en de privacywetgeving aan. Maar inmiddels weten we elkaar beter te vinden. Aan het einde van het traject bieden wij een overdraagbaar dossier aan als basis voor een vernieuwende aanpak welzijnssector. Daarmee proberen wij die samenwerking over de grenzen verder te helpen.”


Meer informatie

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

*

*